Deze zomer heeft het gerechtshof in Arnhem een opmerkelijke uitspraak gedaan die van belang kan zijn voor partners die op basis van huwelijkse voorwaarden zijn getrouwd en elkaar geld lenen. Uit het vonnis kan afgeleid worden dat het nodig is om afspraken met betrekking tot het geld lenen aan een partner bij huwelijkse voorwaarden op papier vast te leggen. Gebeurt dat niet, dan bestaat zomaar de mogelijkheid dat het geld niet meer kan worden teruggekregen indien er sprake is van een onwelwillende partner.
De uitspraak had betrekking op een casus tussen een man en een vrouw die op huwelijkse voorwaarden waren getrouwd. De vrouw heeft geld geleend aan de man zonder daarover nadere voorwaarden vast te leggen. Het huwelijk werd in 1989 gesloten en man leende kort daarna geld van de vrouw. In augustus 2008 werd de scheiding uitgesproken en wilde de vrouw het uitgeleende geld terug. De man stelde zich echter op het standpunt dat de vrouw het recht om het geld terug te krijgen heeft verloren, want de vrouw zou daarmee te laat zijn om de lening op te eisen. De rechten zouden namelijk zijn verjaard.
De man haalde daarbij het Burgerlijk wetboek aan, waarin artikel 307 een verjaringstermijn van vijf jaar kent. Een ander artikel wijst op een verjaringstermijn van zes maanden na ontbinding van het huwelijk, maar ook dan zou de vrouw te laat zijn. Dat heeft het gerechtshof in Arnhem ook erkend en dus is het verstandig om bij het geld lenen aan een partner en het getrouwd zijn op huwelijkse voorwaarden de afspraken vast te leggen op papier.
Geschreven voor GeldLenen.org door Martine Klaver - Gepubliceerd op 10-09-2012