Huizenverkopers die met een restschuld van de hypotheek blijven zitten, hebben in bepaalde situaties te maken met een hogere rente dan de oorspronkelijke hypotheekrente. Het tarief van de rente kan in voorkomende situaties wel oplopen tot acht procent, waar de hypotheekrente ongeveer vier tot vijf procent bedroeg.
Dat de overheid heeft besloten dat de rente op een restschuld als gevolg van verkoop van de woning voorlopig aftrekbaar blijft, komt wat dat betreft goed uit. Indien een verkoper er niet in slaagt om zijn woning te verkopen tegen een hogere prijs dan de bestaande hypotheek, zal er een schuld blijven bestaan, die de restschuld wordt genoemd. Indien er sprake is van een hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie dan kan deze restschuld eventueel komen te vervallen als daarvoor aan de voorwaarden wordt voldaan. Is er geen sprake van een hypotheek met NHG, dan zijn er verschillende opties mogelijk.
De restschuld kan eventueel worden meegenomen in de hypotheek bij het kopen van een andere woning. Banken blijken echter niet staan te springen om geld lenen op deze manier aan te bieden om het probleem van de restschuld op te lossen. Het kan dus voorkomen dat er voor de restschuld een consumptief krediet wordt afgesloten als ook spaargeld ontbreekt, NHG niet van toepassing was en meefinanciering niet mogelijk is. Dat consumptief krediet kent een hogere rente dan de gemiddelde hypotheekrente, zodat ex-woningbezitters in voorkomende gevallen met een hogere rente op de restschuld te maken kunnen krijgen. De extra hoge rente blijft bij de restschuld in elk geval wel nog tien jaar aftrekbaar.
Geschreven voor GeldLenen.org door Martine Klaver - Gepubliceerd op 14-01-2013